Het bestuur van de Tafeltennisbond kent sinds kort drie nieuwe gezichten: Eline Rondaij, Frans Lambi en Jan-Gerard Wever. De start van het nieuwe seizoen is een mooi moment om de nieuwelingen voor te stellen. Dat doen we met een interview. Het drieluik wordt afgesloten met een interview met de nieuwe penningmeester: Jan-Gerard Wever.

Niet lid van een tafeltennisclub, nooit een competitiewedstrijd gespeeld en tot voor kort zelfs nooit lid geweest van de Tafeltennisbond. Toch stelde de 38-jarige Jan-Gerard Wever zich beschikbaar voor het bestuur van de Nederlandse Tafeltennisbond. ‘Ik wil een bijdrage leveren aan de sport en aan de maatschappij op een gebied waar mijn kennis van toegevoegde waarde is. Dit heb ik gevonden binnen de tafeltennisfamilie’, aldus Jan-Gerard, die vlak voor de zomer als ad-interim toetrad tot het bestuur. Hoewel hij dus nooit een officiële wedstrijd heeft gespeeld, is tafeltennis geen onbekende sport voor hem. Jan-Gerard vervolgt zijn antwoord op de vraag om zichzelf nader te introduceren: ‘Ik heb in mijn vrije tijd vaak getafeltennist en volg actief de toernooien van de topsporters. Hoe ik mezelf als sporter zou omschrijven? Ik werk graag samen in een team om een goed teamresultaat te halen. Hiernaast draagt het sporten bij aan je doorzettingsvermogen om het beste uit jezelf te halen. Hoe ik mezelf verder zou omschrijven?  Als open, eerlijk en professioneel kritisch.’

Kennis van zaken
Jan-Gerard heeft het penningmeesterschap overgenomen van Koen Jacobs. Als de bondsraad in november met de voordracht van het bestuur zal instemmen, dan is dat het moment dat hij officieel toetreedt tot het bestuur van de Tafeltennisbond. De in Curaçao geboren Wever draait al mee in het bestuur van de bond. Jan-Gerard: ‘Wat mij meteen opviel is de passie die de vrijwilligers en medewerkers van het Bondsbureau hebben voor de sport en hoeveel zij zich hiervoor inzetten. Ik ben accountant. Met mijn kennis en ervaring wil ik bijdragen aan een solide en financiële gezonde organisatie. Hoe? Om de werkelijke exploitatie binnen de kaders van het budget te houden, is een structurele monitoring van de voortgang op detailniveau noodzakelijk. Ik bespreek de voortgang periodiek met het bondsbureau. Door de periodieke monitoring kan er indien nodig tijdig bijgestuurd worden.’ Jan-Gerard woont in Nieuwegein, in dezelfde plaats waar de NTTB is gehuisvest. Dat komt vast en zeker goed uit, want hij wil de organisatie op korte termijn leren kennen. ‘Eens. Dit wil ik doen door vaak in het land te zijn bij wedstrijden en bij de afdelingen. En zoals ik al zei: ik ben periodiek op het bureau.’

Innovatief
De toekomst van de georganiseerde sport is een veelbesproken onderwerp. Jan-Gerard: ‘Wij zitten in een snel veranderende wereld. De sportbond moet hierin meegaan door innovatief en dynamisch te blijven, ook op het gebied van financiën en sponsoring. Ik wil hier in de komende bestuursperiode mijn bijdrage aan leveren door met het bestuur te investeren in innovatie van de sport en de organisatie. Dat innoverende past goed bij mij. Ik zie vraagstukken vaak vanuit diverse kanten en kom vaak met nieuwe innovatieve ideeën. Wij moeten volgens mij een bredere en diversere groep betrekken bij de sport. Ideeën zoals de Pingpongbaas en Kantinebaas dragen hieraan bij. Wat we moeten behouden? De passie die de vrijwilligers en de medewerkers hebben voor de sport!’